maandag 27 augustus 2012

Harm Wiersma


Erelid
50 jaar in het vak
(1962-2012)

Door Tjalling van den Bosch

Harm Wiersma, kind van Huizum, heeft precies 50 jaar geleden (seizoen 1962-1963)
zijn eerste stapjes in de (officiele) damwereld gezet.
Alras zette het toen 9-jarige wonderkind grote stappen.

In het seizoen 1964/1965 nam hij (toen nog maar 11 jaar) al de huidige voorzitter
van Huizum, Anton Schotanus, te grazen !
Wel dient vermeld te worden dat de 10 jaar oudere Schotanus in de beginjaren
van Harms carriere ook regelmatig de bovenliggende partij was.

Als 12-jarige won Harm de jeugdgroep van het (eerste) Turkstratoernooi.
Hij bleef toen concurrenten als Ruud Palmer, Johan de Boer en Krijn Toet
(toen allen 18 jaar !!) voor.

Op 13 jarige leeftijd deed hij (als juniorenkampioen) mee aan het individuele
kampioenschap van Nederland der senioren !?!
Zijn start in dit kampioenschap (van 1967) was opzienbarend (8 punten na 4 ronden !).
Hoewel hij daarna iets terugzakte door 2 nederlagen en enkele remises wist hij, na
een fraaie overwinning op Jan Weerheijm, de derde plaats, achter kampioen Ton Sijbrands(16 jaar!) en voormalig wereldkampioen Piet Roozenburg, in de wacht te slepen.

Na dit kampioenschap is Harm nooit meer uit de nationale top der senioren weggeweest!
Als je het goed op je laat inwerken, op 13-jarige leeftijd!!

Ruim één jaar later (juni 1968) deed Harm voor het eerst mee aan het wereldkampioenschap in Italië (Bolzano).
"Voor senioren" moet ik er hier eigenlijk ook bijzetten, want Harm was toen zijn internationale generatiegenoten ook al ontgroeid en dus deed hij als 15-jarige alleen nog maar met de "grote jongens" mee.
Tijdens dit WK. eindigde Harm als 5de, met o.a. een overwinning wereldkampioen Tsjegolev. De naam van laatstgenoemde werd in die tijd nog zo geschreven, zoals wel vaker zijn de namen van (voormalige) Russen in de loop van de jaren aangepast.
Voorbeeld: Wjatselaw Tsjegolev (1969) staat op de deelnemerslijst van "Salou 2012"
ingeschreven als Viacheslav Shchegolev, maar dit geheel terzijde natuurlijk. . . .

We maken even een sprong in het (nog jonge) leven van Wiersma en komen terecht in het
meest succesvolle jaar van DamClub Huizum, namelijk het seizoen 1974/1975.
Onze club werd dat jaar voor de eerste (en tot op heden enige) maal "Algeheel Kampioen van Nederland" ! Onder aanvoering van Harm ( 17 uit 9 !) bleef Huizum concurrent R.D.G. Den Haag twee wedstrijdpunten voor.

Wiersma veroverde in 1976 voor de eerste maal de wereldtitel, er zouden nog 5 volgen.
In Amsterdam (Krasnapolski) was hij oppermachtig.
De kop van de damrubriek van Roel Bergsma (iemand die niet snel euforisch werd) in de Leeuwarder Courant was veel zeggend: "Russische kost voor Harm licht verteerbaar".
"Wiersma verslaat achteréénvolgensTsegolev, Gantwarg en Koeperman en gaat
freewheelend over de finish".

Wat het dammen betreft heeft Harm veel studie verricht en dit ook in praktijk gebracht. Ton Sijbrands grijpt tijdens partij-analyses in zijn boek "Henk Smit, mijn leermeester en inspirator" regelmatig terug op partijen van Harm, die hij als "stampartijen" omschrijft.
Zelf heb ik het afgelopen seizoen (2011-2012) nog een partij in winst kunnen omzetten door middel van één van Wiersma's huisvlijt-varianten, welke hij zelf (bij mijn weten) nooit in praktijk heeft weten te brengen !

Wiersma heeft diverse boeken op de markt gebracht en ook is hij scribent voor dagblad
de Telegraaf.
Vanwege dit laatste feit viel mij de volgende partij uit 1967 (Ereklasse) op.
De tegenstander is Jan Metz, Harms illustere voorganger bij de Telegraaf.
Metz plaatste zich in die tijd met enige regelmaat voor het Kampioenschap van Nederland, maar moest het, in deze partij, afleggen tegen zijn (toen nog) 13-jarige opponent.
Metz was vlak voor de partij enigzins ontstemd over het feit dat hij, als gerenomeerd dammer, het moest opnemen tegen "dat jongetje" !
Een paar maanden later (na Harms eerste N.K. senioren) begreep Metz het (denk ik) beter.

Wit: J. Metz
Zw.: H. Wiersma




De witspeler heeft er alles aan gedaan om het half-open klassiek van Wiersma te ontregelen, maar wordt vanaf dit moment afgeserveerd.

1.34-29 23x34 2.30x39 03-09! 3.49-44 18-22 4.27x18 13x22 5.44-40 09-13 6.40-34 wat anders?
Op 39-34 was (24-30) gekomen en na het slaan (14-20), (4-9) en (17-21) met dam op 48!

6...14-20 7.25x23 24-29 8.33x24 22x44 Metz probeerde nog even
9.23-19 13-18 10.19-14 44-49 11.34-29 21-27 12.32x23 49x05 Game - set and match . . . .

Ik laat het aan anderen over om Harm zijn damtechnische juweeltjes voor het daglicht
te toveren, ook heb ik niet de illusie om (met het bovenstaande) het leven van Harm uit de doeken te doen.
Wel vind ik het altijd plezierig als Harm de clubavond van Huizum bezoekt.
Het is ook altijd mooi om te zien hoe twee dammers, die hun zojuist gespeelde partij
luidruchtig analyseren, nauwelijks meer een woord durven uitbrengen als ons erelid bij hun bord komt staan. . . . .


maandag 20 augustus 2012

Jan G. Adema



Filosoof !?!

Door Tjalling van den Bosch


Nadat we in het afgelopen seizoen in de laatste ronde (landelijk) van Hengelo
hadden gewonnen, trokken we goedgemutst naar de "lokale Chinees".

Helaas had de hoofdpersoon van dit relaas die dag een nederlaag moeten slikken.
"Geheel onnodig, ik stond huizenhoog gewonnen" voerde Adema ter verdediging aan.
"Nou dan is het des te stommer" was het weerwoord dat hij te horen kreeg.
Adema (niet voor één gat te vangen) sprak toen de "filosofische" woorden:
"Je moet het onafwendbare niet bestrijden, maar aanvaarden" of woorden
van een dergelijke strekking.
Jan kreeg het verzoek, vanuit de "verslagen" groep toehoorders, om dat nog eens te
herhalen, nadat Jan aan dit verzoek had voldaan werd het zelfs aan de belendende
tafels stil . . .

Nu ik Adema's bovenstaande (filosofische ?) stelling heb laten bezinken, kom ik
met een tegenstrijdig citaat van de nou niet bepaald als filosofe bekend staande
Britse staatsvrouw (en voormalig premier) Margaret Thatcher op de proppen.
Ooit sprak ze de volgende woorden: "men kan het onvermijdelijke niet ontlopen,
maar wel overwinnen".
Deze uitspraak van "the iron lady" was ver voordat Jan zijn uitspraak deed, want
het korte termijn geheugen van de Britse is, volgens haar dochter Carol, tegenwoordig niet meer "je van het".

Ik ken Jan al vanaf zijn (en mijn) jonge jaren.
Hij werkte toen als verkoper bij Wim Houwen en bracht dus kleding aan de man.
Ergens in de jaren 80 van de vorige eeuw heeft hij een (bewonderingswaardige)
carriére-switch gemaakt en heeft hij, door middel van (avond-)studie, zich tot
economie-leraar opgewerkt.
Nu is economie iets dat vrij concreet te noemen is, dus waar Adema zijn fylosofische
inslag vandaan haalt is dan ook een raadsel.

Maar laten we het bovenstaande rusten en overgaan naar Jan Adema "de dammer".
Hij zal het meest trots zijn op zijn Friese sneldamtitel van 1991, maar ook in het
(algemene) Fries kampioenschap behaalde hij de nodige ereplaatsen met als hoogtepunt de tweede plaats in 1987.
In het begin van zijn damloopbaan dolf ("delfde" mag ook, "dielf" is incorrect) Jan
regelmatig het onderspit tegen mannen als Anton Schotanus en Pieter Bergsma.
Ook tegen Jan Pander moest hij in die beginjaren regelmatig de punten inleveren, maar
op een gegeven ogenblik kon hij Pander dan eindelijk, zelfs met enige regelmaat, aan
zijn zegekar binden.
De eerste "overwinning" op Pieter Bergsma duurde tot 1987.
Een overwinning tussen haakjes zult u denken (?), jazeker, vanuit de volgende stand
ging het namelijk als volgt verder :

Wit: J. Adema
Zw.: P. Bergsma


Onderlinge competitie DamClub Huizum 1987



1.34-29 22-27 2.33x11 24x44 3.11-07 44-50 4.07-01 50-06 5.01-45 19-23 Pieter gelooft het wel, hij wil er een eind aan breien, door de remise te forceren, via 45x31 (16-21) 26x17(6x39)31x4 en (14-20) . . . echter
6.45x04 "Och, nu win ik ook nog" zal Bergsma nu hebben gedacht. . . . 06-39 7.04x31 16-21 en nu nog 14-20 met uhhhhhhhhhh ahhhhhhhhhhhh

Ja, zo kan het ook gaan in onze edele damsport . .
Je kunt niet zeggen dat onze hoofdpersoon "het onafwendbare heeft overwonnen", maar eerder dat "het onafwendbare zichzelf de das om heeft gedaan" !
Wat ik met het bovenstaande heb willen aangeven is, dat er (ook) aan de
fylosofische inslag van Jan G. Adema nog heel wat verbeterd moet worden . . .
a priori / a posterioro

zondag 12 augustus 2012

Henk Jan van der Let

DE DRUKKE DRUKKER
(maar voor dammen neemt hij de tijd)

Door Tjalling van den Bosch


"De drukke drukker ?" hoor ik u denken.
Inderdaad, Henk Jan verzorgt voor u het betere drukwerk!
En ja, hij is een druk baasje, ten eerste is er natuurlijk zijn gezin,
en ten tweede de zaak welke hem (vooral) "van de straat houdt" !
Daardoor kan van der Let zich minder (dan hij zou wensen) op het
dammen storten!

Er zijn wel andere tijden geweest, er werden toen diverse uitstapjes gemaakt om maar te kunnen dammen. Een hele bezienswaardigheid was het uitstapje naar Vlieland, het pareltje van de Wadden, waar hij toen, met Anne Piet Kooistra en Erwin Heslinga,
op audiëntie ging bij Ben Stenekes (jr.) Dat (jr.) moet ik altijd toevoegen omdat ik vroeger, toen ik nog eens stuk was (uhhhh... stuk jonger was) nog tegen Ben Stenekes (sr.) heb gespeeld!

Afijn, de drie mannetjes dus naar Vlieland, ze hadden borden, schijven en
klokken bij zich. Op de boot begonnen ze al te dammen, maar dat moest worden onderbroken toen men van de boot naar de camping (Stortemelk) vervoerd werd.
Op de camping aangekomen kreeg men een plaatsje toegewezen alwaar de tent kon worden opgezet. Nou, eerst maar weer even dammen, de hele camping kwam erbij staan!
Vervolgens kreeg men een heldere ingeving, "laten we de tent eerst maar even
opzetten"!?! Dammers en iets constructiefs doen (!?) u begrijpt het al dat werd een martelgang. Het verhaal krijgt helaas geen spannend eind, want uiteindelijk, na enige hulp, stond de tent dan toch.

Henk Jan was ook succesvol in onze sport.
Zo schreef hij onder andere het clubkampioenschap van Huizum op zijn naam (!) en
plaatste hij zich voor het Fries Kampioenschap.

In de aanhef heb ik het ook over "maar voor dammen neemt hij de tijd"! Hiervoor gaan we over naar een andere correspondent. . . .
In de Huizumer (nummer 86) schrijft Rein van der Pal het volgende over
onze hoofdpersoon:

Thematische Truc in Tijdnood

Henk Jan staat niet alleen bekend om zijn tijdverslindende manier van dammen,
met dito tijdnood tot gevolg. Hij is ook gevreesd vanwege zijn slagvaardigheid.
De mooiste combinatie van het vorig seizoen (2003-2004), waar een speler van
Huizum bij betrokken was, komt op zijn naam.

Onderstaand fragment komt uit de wedstrijd Warffum-Huizum.
Van der Let kijkt tegen een nadelig klassiekje aan en zijn vlag staat op vallen.
Dit zijn de ingrediënten vooraf. In gedachten verplaatsen we ons naar de speelzaal, waar de toeschouwers zich rond het bord verdringen.

Wit: H.J. van der Let
Zw.: P. Hoeksema




Partij:
1.27-22!? 18x27 2.32x21 23x41? na (23x43) krijgt wit het nog moeilijk ! 3.36x47 16x27 4.34-29 12-18? 5.29x09 13x04 6.38-32 27x29 7.30-24 29x20 8.25x03 04-10 en na het slaan staat er een dubbele oppositie!!
"Snoezig slagje" zou Johannes Talsma hebben gezegd ...

In 2003 trof Henk Jan, in de nationale competitie T. B. (Bert) Woolschot.

Wit: T.B. Woolschot
Zw.: H.J. van der Let




Henk Jan heeft net (17-21) gespeeld en wit repliceerde met:
1.31-26? 10-14 2.26x17 11x33 3.39x28?? 14-19 4.43-39? 19x30 en nu ontdekt wit "het makke" aan zijn plan, hij mag nu niet 40-35 spelen
in verband met (16-21) 35x24 (21-27) 32x21 (12-17) 21x23 (13-19) 24x13
(9x49)!, dus vervolgde wit met:
5.38-33 09-14 6.34-29?? 14-20 7.40-34 20-24 8.29x20 25x14 9.34x25 en toen geloofde Woolschot het wel . . .

Dus voor al uw drukwerk, zonder of met! naar Henk Jan van der Let!!!

vrijdag 3 augustus 2012

Johannes D. Postma


VER WEG EN NU EVEN DICHTBIJ

(Door Tjalling van den Bosch)

Johannes (met de D van dammen ertussen) Postma woont al jaren in Alphen aan de Rijn.
Toch is hij nog steeds lid van DamClub Huizum.
Zijn woonplaats is ver weg van wat eens (op donderdagavond) zijn tweede huis was,
zalen Tivoli, dus zien we hem nooit meer op de onderlinge.
Voor de nieuwe lichting Huizum-dammers willen we Johannes daarom eens even
"dichterbij" halen.

Zo'n twintig jaar geleden was Johannes prominent lid van onze club. Hij publiceerde partij-analyses in ons clubblad en ook hilarische verslagen over toernooien in binnen- en buitenland vertrouwde hij toe aan "De Huizumer". Dit laatste was misschien ook wel uit zelfbescherming, want in deze verslagen werden de
vreemdste capriolen beschreven van Jan Terpstra, Andries Bakker (wie kent hem nog),
Sietse Nagel, Gabriël Heerema, Aize Plantinga en vele anderen.
Maar over een (eventuele) scheve schaats van de schrijver zelf werd niets aan het papier toevertrouwd.

In een oude "De Huizumer" vond ik "het grote Johannes Postma"-interview.
Het niveau van dit interview was:
Vraag: Geboren Antwoord: Ja
Vraag: Wat trekt je zo aan in het dammen Antwoord: De twee punten.

In dit interview bleek dat Johannes niet echt voor het dammen trainde, maar zich wel
overgaf aan zijn tweede passie: gitaarspelen, volgens de schrijver stond hij bekend om zijn intro's van o.a. Nirvana, Red Hot Chillipeppers en Guns & Roses.
Het "niet trainen voor het dammen" moet men met een korreltje zout nemen, want
Johannes was in die tijd wel degelijk op de hoogte van de toen geldende positionele-
regels van ons edele spel.
Voorts waren er de fameuze trainingsessies in de Sleedoornstraat, waar hij met onder
andere (gastheer) Terpstra, Bakker en Heerema tot in de kleine (vroege) uurtjes partijen(na)speelde.

Als dammer was Johannes vaste speler van het eerste tiental en plaatste hij zich regelmatig voor de finale om het (individuele) Fries Kampioenschap, zelfs de halve finales om het Kampioenschap van Nederland werd gehaald.

In 1994 bond hij de scalp van de latere Nederlands kampioen Martin Dolfing aan zijn
zegekar.

Wit: M. Dolfing
Zw.: J.D. Postma




Op de 21ste zet speelde wit:

1.34-30 16-21 (provocerend ?!) 2.41-37 18-23 3.47-41 23x32 4.37x28 12-18 5.39-34 18-23 6.42-37 23x32 7.37x28 08-12 veel beter heeft zwart ook niet
8.44-40 ah, hij gaat zo meteen 34-29 spelen, nou daar heb ik wel wat op ....12-18
9.34-29 10-15 10.29x20 14x34 11.40x29 19-24! 12.29x20 15x24
Tegen 24-29 had wit nog 41-37 spelen, maar dan komt 11-16 en dan moet wit ook
offeren, dus daarom "gaf" Dolfing schijf 28 maar. .
Het mocht niet baten, Johannes maakte het resoluut af . . . MAAR !?!
Ja, er zit iets in dat in ieder geval Postma was ontgaan, daarom de vraag aan
de lezer dezes, in plaats van (19-24 !) had zwart ook . . . . ?!?!

Tijdens één van zijn vele toernooien (Brunssum 1993) ontmoette Johannes een
zekere J. de Heer.

Wit: J. de Heer
Zw.: J.D. Postma




Johannes heeft de aanval van zijn tegenstrever conservatief bestreden, je zou
kunnen zeggen dat hij al ruilend zijn lange vleugel heeft uitgewisseld tegen de
korte vleugel van wit. De Heer wil nu zijn lange vleugel los maken, hij doet dat als volgt:

1.31-27 12-18 2.37-31 26x37 3.32x41 en nu als een donderslag bij heldere hemel ...20-24 ! En wit gaf op.

Ja (Bosgra en van Kesteren) even goed kijken wit staat verloren . . .
inderdaad kan wit nog 38-32 spelen, maar dan is het na (2-7) over. . .

Wat zou het toch mooi zijn als Johannes nog eens, al is het maar éénmalig, in zalen Tivoli, zijn kunsten ging vertonen!