donderdag 6 juli 2017

Iser Koeperman (3)

Door Rein van der Pal

De grote passie van Iser Koeperman was zonder twijfel het damspel; hij offerde er zijn hele bestaan aan op. Zelfs een goede baan als ingenieur in de mijnbouw in Kiev schoof hij ervoor aan de kant.Toch kun je je afvragen of hij wel over de juiste eigenschappen beschikte voor het harde wedstrijdspel. Iemand die zichzelf omschrijft als impulsief, nerveus en opvliegend, met een sterke drang naar avontuur, beschikt over karaktertrekken -en dan bedoel ik vooral impulsiviteit en nervositeit- waar een grootmeester heel goed zonder kan. Maar kennelijk had de Reus van Kiev zijn zenuwen op de beslissende momenten goed in bedwang. In ieder geval kan ik me geen rare fouten of grote blunders uit zijn carrière voor de geest halen.

Op de wereldkampioenschappen van de jaren zestig was Koeperman altijd in de kop van de ranglijst terug te vinden, zonder dat hij die toernooien daadwerkelijk op zijn naam schreef. Zo dook op het WK van 1960, dat op verschillende plaatsen in Nederland werd gehouden, plotseling de 19-jarige Wjatsjeslaw Sjtsjogoljew op. De Moskoviet werd de jongste wereldkampioen aller tijden en zou zijn stempel op de damwereld drukken. Samen met Piet Roozenburg en Iser Koeperman kan hij als de grondlegger van het huidige dammen worden beschouwd. Inmiddels is hij de oudste nog levende oud-wereldkampioen. Waar blijft de tijd!

Tweekamp tegen Stjsjogoljew

W. Stjsjogoljev - I. Koeperman 1961
Natuurlijk maakte Koeperman in 1961 van zijn rechten gebruik om Sjtsjogoljev in een match over twintig partijen uit te dagen.
Het werd een boeiende krachtmeting, waarin Stjsjogoljew zich uitdagend opstelde en het spel probeerde te maken. Koeperman, vertrouwde op zijn solide centrumspel en zijn surplus aan ervaring en controleerde de strijd. Hij kwam enkele keren in het voordeel, boekte twee winstpartijen en won uiteindelijk verdiend met 22-18.
Sjtsjogoljew zou later verklaren dat hij als gevolg van zijn recente successen overliep van zelfvertrouwen. Hij had zich (daarom) ook niet goed voorbereid en was nog jong en onervaren. Was de Wonderdammer uit Moskou dan geheel zonder kansen. Nee, dat niet. Weliswaar had Koeperman in de derde partij een gewaagde Partie Bonnard opstelling van zijn tegenstander op indrukwekkende wijze afgestraft, maar in de veertiende partij verzuimde 'Slawa' een gewonnen eindspel te verzilveren. Toen hij twee dagen later in de fout ging, was de match in feite beslist.

W. Stjsjogoljev - I. Koeperman
(16e partij)

In mindere maar verdedigbare stand is 44.30-25 de aangewezen voortzetting. Stjsjogoljew vervolgde met 44. 28-22? 17x37 45.36-31 34x21 46.26x08 37x26 47.08-03.
Hierbij moet hij de simpele damafname, die volgde na 47..19-23! 48.03x37 18-23  49.37x08 02x13, hebben overzien.
In de resterende vier partijen wist Koeperman betrekkelijk eenvoudig zijn voorsprong te consolideren.

L'histoire se répète 

Wjatsjeslaw Stjsjogoljew bleef niet lang bij de pakken neerzitten en greep het WK van 1964 (Italië)  aan om zijn geschonden blazoen weer op te poetsen. De Moskoviet werd voor de tweede keer wereldkampioen en bleef zijn rivaal uit Kiev twee punten voor. De geschiedenis had zich herhaald, maar de tweekamp die hieruit een jaar later in de Georgische hoofdstad Tiblisi voortvloeide, leverde niet de spannende krachtmeting op die de kenners hadden verwacht. Koeperman walste met  ongehoorde cijfers over zijn tegenstander heen: 26-14!

Stjsjogoljew was ditmaal wel goed voorbereid, maar leed aan een vorm van over-concentraties en liep een paar keer in eenvoudige combinaties.
Er verschenen verschillende speltypes op het bord en anders dan de uitslag doet vermoeden, was de match toch interessant en hoogstaand. Koeperman hanteerde zowel de aanval als de omsingeling met veel kennis van zaken en wist ook in situaties waarin het op improviseren aankwam, fier overeind te blijven. Hij demonstreerde niet alleen een gave techniek, maar stond ook zijn mannetje bij het zogenaamde 'vechtdammen'.
Interessant was de manier waarop de legendarische oud-wereldkampioen het speltype met een opgedrongen randschijf op veld 36 (of 15), waarover in die tijd nog niet zo heel veel bekend was, tegenspeelde.

I. Koeperman - W. Stjsjogoljew
(11e partij)

Met 27.38-32! dat zowel 10-15, 18-22  als 12-17 verhinderd, maakt Koeperman optimaal gebruik van de zwarte schijf op 36.
Partij: 27.11-17*  28.33-28!! 18-23* 29.34-29 22x24 30.16-11 07x16 31.25-20 14x34  32.40x07 en wit won op de 71e zet.

Met de ruime matchwinst tegen Stjsjogoljew boekte Koeperman het grootste succes uit zijn carrière en werd voor de vierde keer wereldkampioen.
Was er dan niemand in een tweekamp opgewassen tegen de Reus van Kiev?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten